donderdag 28 november 2019

Gisteravond was de presentatie van het boek.

Een mooie en sfeervolle avond in de molen/bierbrouwerij in Ravenstein.

Dit blog stopt; de litterae gaan verder op www.stilus.nl/litterae.

zondag 24 november 2019

Marginalia.

Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.

In de kantlijnen van het manuscript zijn in een andere/latere hand allerlei aantekeningen (marginalia) geschreven. Dit zijn is met name gegevens over de verschillende paters.

Hier staan al deze marginalia bij elkaar.

donderdag 21 november 2019

Jaaroverzicht domus.

Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.

Ook het missiehuis heeft korte jaarverslagen (met veel meer gegevens over personen dan in de jaarbrieven) te boek gesteld. Deze jaaroverzichten vormen de Annales Domus Missionis Ravenstenianae (...-1865); een bestand van 537 Mb.

Pim Boer heeft een bescheiden selectie vertaald: vertaling en transcriptie.

maandag 18 november 2019

Gymnasium Aloysianum.

Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.

Gymnasium Aloysianum (1753).

Jaarbrief van 1753:

Het aantal paters missionarissen is tegen het eind van het jaar vermeerderd met één docent die op 27 oktober van ditzelfde jaar het gymnasium opende, waarvoor de doorluchtige keurvorst van de Palts, onze genadige heer, de grondslag had gelegd. In een paar woorden leggen we de bijzonderheden daarover, die het verdienen vermeld te worden, uit.

Het begin van de jaarbrief is gewijd aan het nieuwe gymnasium. En het zijn meer dan "een paar woorden" geworden.

Ook van het wel en wee op het gymnasium hebben de paters verslag gedaan. Dit is de bundel Annales Gymnasii Aloysiani (1752-1879) geworden; een bestand van 280 Mb.

Pim Boer heeft een aantal passages vertaald: vertaling en transcriptie.

woensdag 13 november 2019

Broederschap van de Zalige Dood.

Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.

Jaarbrief van 1690:

Om de devotie van de aan ons toevertrouwde kudde te bevorderen hebben wij met succes de Broederschap van de Zalige Dood in het leven geroepen en daartoe brochures in de Nederlandse taal laten vervaardigen; hoog en laag hebben zich onmiddellijk voor deze nieuwe militie opgegeven. Ze bloeit vanaf de geboorte en elke dag is er nieuwe aanwas: plattelanders uit de omliggende dorpen op wel een uur gaans komen en masse samen op de derde zondag van de maand om de middagbijeenkomst bij te wonen, waarvoor de kerk eigenlijk te klein is. Ter verfraaiing daarvan zijn er beelden van onze en van andere heiligen gekomen en andere ornamenten.

Hier staat het betreffende boekje: Wegwijzer om zalig te sterven en eeuwig te leven.
Op de titelpagina wordt 1687 als oprichtingsjaar genoemd.
Dit exemplaar uit de bibliotheek van Tilburg University (sign. TFK-A 21 696) is door Tom Gribnau gefotografeerd.

maandag 11 november 2019

Devotie Aloysius Gonzaga.

Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.

Devotie tot den H. Aloysius Gonzaga van de Societeyt Jesu (1740).

Jaarbrief van 1741:

Het volgende verdient speciale vermelding met betrekking tot de devotie tot Aloysius [...]: ze is optimaal bevorderd door een in de Nederlandse taal uitgegeven boekje waarin één van de missionarissen alles heeft samengevat.
[...]
In elk geval hoorde men uit de mond van zieken die we bijstonden, bij hun eerste contact met een missionaris: “Pater! De heilige Aloysius zal me helpen!”

Jaarbrief van 1772:

[...] de heilige Aloysius. Om diens verering sterk bij andere mensen te stimuleren, heeft hij extra werk verricht door openbare vermaningen en de uitgave van een boekje.

Hier staat het betreffende boekje: Aloysius Van Willigen, Devotie tot den H. Aloysius Gonzaga van de Societeyt Jesu, Ravenstein 1740.
Op de laatste pagina wordt de auteur genoemd: A. V. W. Soc. Jesu.

dinsdag 5 november 2019

Twee kandelaren en reliekhouder.

Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.

Schenkingsakte van 2 kandelaren en een reliekhouder (4 december 1699).

Jaarbrief van 1699:

De uitrusting van onze kerk werd door de vrijgevigheid van enige aan God gewijde maagden verrijkt met zes zilveren kandelaars en een reliekhouder van de heilige Barbara.

Hier staat de originele schenkingsakte van de reliekhouder (zonnetje) en twee (van de zes) kandelaren. De transcriptie en een Nederlandse hertaling staan hieronder.

Transcriptie:

Wij Andries van den Steen ende Eeverard
Boes Schepenen der stadt Ravensteijn doen
condt, ende tuijgen dat voor ons in eijgener
persoon is gecompareert Joffrou Mectelt van Lith
verclarende te geven ende te vereeren, gelijck
sij uijt eene oprechte ende godtsalige libera-
liteijt geeft ende vereert mits dese aen den
autaer van Sinte Barbara in de parochie-
kerck van Ravensteijn een silvere sonneken
waer in is berustende het reliquie van
Sinte Barbara mit alnoch twee silveren
kandelaren getekent met den Heijlige naem
Jesus, St. Barbara, St. Lucia, begerende dat de
voorschreven twee kandelaren tot een eeuwige memorie
op den voorschreven autaer ter eeren van St. Barbara
zullen gebruijckt worden. dogh bij voorvallende
hoogen festdagen sullen die vooschreven kandelare
oock op den Hoogen autaer, ende op den autaer
van onse Lieve Vrou tot meerder glorie, ende
eere godts gestelt worden, blijvende niet de
min den volkoomen eijgendom van de meer
geseijde kandelaren aen den voorschreven autaer
van Sinte Barbara, mit dese uijtdruckelijcke
condicie, dat niemant, geen opperkerckmeester,
geen pastoor, geen kerckmeester, oock niet de
schutterij van St. Barbara nue, ofterden eeuwige
dagen die voorschreven kandelaren, hetsij een van
Beijden, ofte allen beijden te samen sal
moogen vercoopen, verwisselen, ofte op
eenigerleij maniere vervremden

[bladwachter: ofte verandere]

ofte verandere om wat reedene, [..]vel ofte oorsack
het mochte weese: uitgenomen indien door eenich
ongeluck (het welck godt wil verhoede) den
voorschreven autaer van St. Barbara afgebrant wirde,
ende de schutterij van St. Barbara niet wel
middelen connende bij brengen, om eene niewe
autaer ter eere van St. Barbara op de richte,
als dan sal het den tijdelijcke Heer Pastoor, den
koninck, vendrich ende den vier reegerende
dekens van die voorschreven schutterij gepermiteert
sijn met kennis ende consent van den Heere
opperkerckmeester de voorschreven kandelaren te
vercoopen, ende de coopspenninge te gebruicke
tot opboouwige van den voorschreven autaer precies,
ende niet tot eenige andere eijnde, waeromme
begeert, ende versoeckt de Joffrou comparante
wel erstelijck, dat de voorschreven kandelare neffens
het ander kerckesilver mit alle mogelijcke
voorsichtigheijt, ende sorghvuldigheijt mogen
bewardt worden, ende indien de kandelaren
des niet tegenstande quamen te verongelucke,
ofte den voorschreven autaer daer van berooft te
worden, soo sullen de vriende van Haer com-
parante, nochte oock de voorgenoemde schutterij des
wegen gene actie ofte pretensie maken
connen, maer sulx aen d wonderbare be-
stieringe godts bevoolen laten. ende dese
liberale gifte hebben den Eerwerdige Heer
pastoor, ende kerckmeester, mits gaders den
koninck, vendrigh, ende dekens van de voorschreven
schutterij den danck, ende op condicie als

[bladwachter: boven vermelt]

als boven vermelt aen genomen, ende men
heeft goet gevonden hier van drie eens luijdens
actens tot een eeuwigh bewijs te maken
waer van de Joffrou comparante, ende hare
erfgenamen, een de parochie kerck de tweede,
ende de voorschreven schutterij de derde acte sal
hebben in bewarnis des de orconte heeft
de Joffrou comparante neffens ons schepenen
dese acte betekent Ravensteijn datum 4 december 1699

      Mechtildis Joanna van Lith

      Andries vand. steen schepen

      E Boes schepen

Hertaling:

Wij, Andries van den Steen en Everard Boes, schepenen van de stad Ravenstein, maken bekend en verklaren dat bij ons juffrouw Mechteld van Lith in eigen persoon is verschenen.

Zij heeft verklaard dat zij met dit document uit oprechte en godvrezende vrijgevigheid aan het altaar van Sint Barbara in de parochiekerk van Ravenstein een zilveren zonnetje geeft en vereert, waar het relikwie van Sint Barbara in rust, en ook nog twee zilveren kandelaars die de heilige naam van Jezus, Sint Barbara en Sint Lucia dragen.

Zij wil dat deze twee kandelaars als eeuwige herinnering ter ere van Sint Barbara op het altaar gebruikt gaan worden.

Bij belangrijke feestdagen mogen deze kandelaren ook op het hoogaltaar en op het altaar van Onze Lieve Vrouw geplaatst worden, tot meerder eer en glorie van God.

Maar deze kandelaren blijven toch behoren bij het altaar van Sint Barbara, met de uitdrukkelijke voorwaarde dat niemand (opperkerkmeester, pastoor, kerkmeester of de schutterij van Sint Barbara) nu of in de toekomst deze kandelaren (één van beide of allebei samen) mag verkopen, ruilen of op wat voor manier ook wegnemen of aanpassen om wat voor reden, [..]vel of oorzaak dan ook.

Uitgezonderd is de situatie als door een ongeluk (God verhoede het) het altaar van Sint Barbara afbrandt en als de schutterij van Sint Barbara dan niet het geld bijeen kan brengen om een nieuw altaar ter ere van Sint Barbara op te richten.

Als dit het geval is, mogen mijnheer pastoor (de pastoor op dat moment), de koning, vaandrig en vier dekens-in-functie van de schutterij, in overleg en met instemming van mijnheer opperkerkmeester deze kandelaren verkopen. Het geld van de verkoop mogen ze gebruiken voor de bouw van dit altaar, en niet voor enig ander doel.

Daarom wil en verzoekt de juffrouw in de eerste plaatst dat deze kandelaren, naast het andere kerkzilver, met alle mogelijke voorzichtigheid en zorgvuldigheid bewaard worden. En als deze kandelaren toch kapot gaan of als het altaar ervan beroofd wordt, dan moeten haar vrienden en ook de schutterij daar niet op te reageren of problemen van te maken; ze moeten het overlaten aan de wonderlijke leiding van God.

Deze royale gift hebben de eerwaarde mijnheer pastoor, de kerkmeester en de koning, vaandrig en dekens van de schutterij in dank en met bovenvermelde voorwaarde aanvaard.

Er is overeengekomen hiervan drie eensluidende afschriften op te stellen als eeuwig bewijs. Hiervan zal de juffrouw, en haar erfgenamen, er één, de parochiekerk het tweede en de schutterij het derde afschrift bewaren.

De juffrouw en wij, schepenen, hebben dit afschrift van deze akte ondertekend te Ravenstein op 4 december 1699.

      Mechtildis Joanna van Lith

      Andries van den Steen, schepen

      E. Boes, schepen

zaterdag 26 oktober 2019

Zilveren schaal.

Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.

Jaarbrief van 1740:

Het heilig huisraad is uitgebreid met twee tapijten, gekocht voor een volstrekt luttel bedrag, omdat de dochter als erfgenaam van haar moeder haar voogd erop attent maakte dat die gewijd waren aan het huis van God, en ook nog een zilveren schaal; kleinere objecten slaan we over.

In het midden van de schaal is Maria, Moeder Gods, met kindje Jezus op haar arm te zien. Zij staat op de maansikkel en is omgeven door de zon. In de ovalen op de rand van de schaal zijn Johannes de Doper (links) en Lucia (rechts) afgebeeld. Bovenaan staat IHS en onderaan MAR (Maria, bekroonde en in zonnestralen).

De schaal is in 1615 of 1639 door Jan Eemens in Den Bosch gemaakt.

maandag 21 oktober 2019

L. van Miert SJ.

Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.

In De Jezuïten te Grave en in het Land van Ravenstein zijn de bijdragen die L. van Miert SJ geschreven had voor de Graafsche Courant, gebundeld.

dinsdag 15 oktober 2019

Manuscript en transcriptie.

Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.

Litterae Annuae Parochiae Ravensteijn SJ ab Anno 1643 ad Annum 1772

De jaarbrieven zijn jarenlang in het Archivum Neerlandicum Societatis Iesu (Berchmannianum, Nijmegen) bewaard gebleven. Nu liggen ze in het Katholiek Documentatie Centrum (KADOC) in Leuven (inventarisnummer 15.606).

Tom Gribnau heeft het hele manuscript gefotografeerd. En dit levert een bestand op van 392 Mb.

Behalve de vertaling is er ook een transcriptie van dit Latijnse handschrift gemaakt.
De ene versie volgt de regel-indeling van het originele manuscript en de andere volgt de alinea's van de Nederlandse vertaling, voor wie erin geïnteresseerd is handschrift en/of Latijn bij de vertaling te houden.

donderdag 10 oktober 2019

Openbare presentaties, verzorgd door de leerlingen van het Gymnasium Aloysianum.

Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.

Tijdens een openbare presentatie in augustus (op een andere dag dan de toneelopvoering) lieten leerlingen horen en zien wat ze geleerd hadden bij aardrijkskunde en kosmografie (de wereldbol), geschiedenis (bijbelse, kerkelijke, klassieke en moderne), mythologie, rekenen (ook breuken en percentages).

Jaarbrief van 1755:

Ook wilde [Jacobus Johannes van Willigen] leerlingen uit de afzonderlijke klassen, die het allerbeste gepresteerd hadden bij aardrijkskunde, mythologie, kerkgeschiedenis en bijbelse geschiedenis, prijzen geven. Dit openbare optreden, waarvoor alle hoger opgeleiden uit de stad en verschillende pastoors en geestelijken van buiten gekomen waren, viel niet alleen in goede aarde, maar liet de toehoorders die zelf ook vragen stelden en de vlotte antwoorden van de jeugd niet genoeg konden prijzen, ook in verwondering achter.

Jaarbrief van 1756:
Allen hebben met vrucht en goedkeuring een kroon gezet op het schooljaar. Ze hebben een bijzonder applaus gekregen toen ze weer in het openbaar een voorbeeld van de wereldse geschiedenis hebben gegeven, en wel over Caesars oorlogen met de Helvetiërs, de Germanen en de Belgen. Hetzelfde met aardrijkskunde, wiskunde, poëzie en mythologie. Dit gold de derdeklassers. De tweedeklassers: bijbelse geschiedenis vanaf aartsvader Joseph tot koning Saul. En de eersteklassers: vanaf de schepping van de wereld tot aan aartsvader Joseph. De toeloop van hoger opgeleiden was nog groter dan het voorgaande jaar.

Jaarbrief van 1757:
We hebben volgens de gewoonte de studie van de wereldse geschiedenis en die van de bijbelse geschiedenis verdeeld over de afzonderlijke klassen. Hieraan zijn onderdelen van aardrijkskunde en wiskunde toegevoegd. In al deze vakken hebben de jongeren een glashelder voorbeeld van wetenschap gegeven onder groot applaus van de mensen van buiten.

Jaarbrief van 1758:
De schooljeugd heeft tijdens het jaar op de gewone wijze per jaarlaag een proeve van bijbelse geschiedenis, aardrijkskunde en mythologie gegeven, in het openbaar op 11 augustus, in tegenwoordigheid van verscheidene hoger opgeleiden van buiten, die hun bewondering met applaus te kennen gaven.

Jaarbrief van 1760:
... ons gymnasium Aloysianum ... bloeide ... en gaf ... ook aan het eind van het schooljaar een proeve van geschiedenis, jaartallen, wiskunde, aardrijkskunde en astronomie onder openlijke bijval van de aanwezige heren van buiten.


Elk jaar werd er een brochure gedrukt voor deze dag ('s morgens vanaf negen uur, na de lunch vanaf twee uur / mane hora nona, a prandio hora secunda). De brochures waren in het Latijn (bovenbouw) en het Duits (onderbouw) geschreven. In 1767 is de brochure helemaal in het Duits; in 1769 en 1771 compleet in het Nederlands; vanaf 1772 in het Latijn en Nederlands.
De brochures van de jaren 1755-1760 vermelden de namen van de leerlingen die de presentaties geven. Ze komen uit de naaste omgeving (Escharen, Grave, Herpen, Niftrik, Ravenstein, Schayk, Velp, Volkel, Zeeland, etc) maar ook van verder weg (Amsterdam, Arnhem, Den Bosch, Den Haag, Dordrecht, Leiden, Nijmegen, Noordwijjkerhout, Sint Oedenrode, Osnabruck, Rotterdam, Utrecht, Xanten, Zwolle, etc).

De presentaties dienden ook de public relations: de brochure van 1767 is daar heel duidelijk in.

    Parafrase: Korte samenvatting van de wetenschappen waarop de school zich dit jaar, naast de gewone schoolvakken, heeft toegelegd. Hiervan geeft de edele, hoog-edele en uitgelezen jeugd onder leiding van de paters Jezuïeten in Ravenstein een proeve van bekwaamheid. Augustus 1767.


     Parafrase: Ons onderwijs richt zich er hoofdzakelijk op om onze jeugd niet alleen voor Latijn maar voor alle wetenschappen die normaal gesproken als zinvol en nuttig beschouwd worden, enthousiast te maken. Daarom hebben we ons toegelegd op de wereldgeschiedenis, de algemene rekenkunde en algebra, en de complete kennis van de aarde. Iedereen moet kunnen zien dat de tijd die hieraan gespendeerd is, niet ten koste gaat van het Latijn: de twee laagste klassen geven hun presentaties in het Duits en de andere in het Latijn.


Tom Gribnau heeft deze brochures gefotografeerd.
Deze foto's staan hier als pdf: kleur (624 Mb) en grijstinten (268 Mb).
Het convoluut bevindt zich nu in het BHIC.

Overzicht met de brochures. Tussen [...] het paginanummer in het pdf-bestand.
1755 [98]
1756 [100]
1757 [106]
1758 [114]
1759 [121]
1760 [129]
1761 [135]
1762 [137]
1763 [139]
1764 [141]
1765 [143]
1766 [145]
1767 [149]
1769 [153]
1771 [157]
1772 [162]
1773 []166
1774 [171]
1785 [173]
1793 [174]
1794 [178]

woensdag 2 oktober 2019

Toneelstukken, opgevoerd door de leerlingen van het Gymnasium Aloysianum (1754-1761).

HERZIENING
Een paar dagen geleden had ik een blog gepost met dezelfde titel.
Die bijdrage heb ik verwijderd omdat de tekst hieronder vollediger is.
HERZIENING

Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.

Toneelstukken door de leerlingen van het Gymnasium Aloysianum.
Elk jaar werd eind augustus voor een breed publiek een treurspel opgevoerd. Na afloop hiervan werden de prijsboeken (praemia, göldene Bücher) uitgereikt.

In de jaarbrieven worden de eerste 8 toneelstukken (1754-1761) genoemd. En in de loop van deze 8 jaren worden er steeds minder woorden aan gewijd. Vanaf 1762 worden de toneelopvoeringen helemaal niet meer vermeld in de jaarbrieven.
Hieronder staan de vermeldingen in de jaren 1754-1761.
Onderaan volgt een overzicht met informatie over alle toneelstukken in de periode 1754-1774 en 1777, 1782 en1785.

Jaarbrief van 1754:

Het aan het eind van het schooljaar opgevoerde toneelspel oogstte een niet alledaags applaus. Deze nieuwigheid hier op deze plek liet van overal vandaan meer mensen komen dan verwacht. Het speet ons heel erg dat de ruimte zo klein was dat ze maar een vierde deel van de mensen kon herbergen. Op het toneel werd heilige Aloysius als overwinnaar van de wereld, het vlees en de duivel opgevoerd. Elk speelde zijn personage zo goed en passend dat alle toeschouwers niet alleen vol bewondering waren, maar ook stomverbaasd waren dat ze bij jongeren, of liever kinderen, die voor het eerst op de planken stonden, een zo vlotte en sierlijke opvoering, mimiek en uitspraak zagen en hoorden.

Jaarbrief van 1755:

Op het toneel werd heilige Lucia, maagd en martelares, beschermheilige van kerk en staat, opgevoerd en dit bracht zulke emoties bij de toeschouwers teweeg, dat veel mensen overvloedig gehuild hebben.

Jaarbrief van 1756:

Ze voerden heilige Barbara, maagd en martelares, door haar eigen vader afgeslacht, op. Dit viel erg in de smaak door de spelers én door de fraaie kostumering.

Jaarbrief van 1757:

De tragedie die aan het eind van het jaar opgevoerd is, had Sapor gewaarschuwd door de engel als onderwerp

Jaarbrief van 1758:

De tragedie die op het eind van het jaar is opgevoerd, Mauritius, keizer van de Oost, is door de zeer talrijke toeschouwers met grote instemming begroet, vanwege de meesterlijke acrobatiek en vanwege de komedie die grappig gespeeld is.

Jaarbrief van 1759:

... na het einde van de tragedie Darius Codomanus, die met veel instemming opgevoerd was, ...

Jaarbrief van 1760:

De tragedie op het eind, Emmanuel Sosa, verdiende, en kreeg, applaus.

Jaarbrief van 1761:

... na het einde van de tragedie Bertulphus en Ansberta die met veel instemming opgevoerd was, ...

Elk jaar werd er een brochure gedrukt met de titel, de beschermheer/vrouwe en de korte inhoud van het stuk.
Alle brochures zijn in het Duits, behalve de compleet Nederlandstalige van 1777, 1782 en 1785 .
De titelpagina's van 1754-1760 zijn in het Latijn.
De korte inhoud van 1754 en 1755 is in het Duits en in het Latijn.
De korte inhoud van 1764-1765 en 1770-1774 is in het Duits en in het Nederlands.
In 1754-1760 is de rolverdeling met de namen van de leerlingen afgedrukt.
Vanaf 1759 zijn de toneelopvoeringen opgedragen aan de paltsgraaf, Karel Theodoor, en zijn vrouw, Maria Elisabeht. In 1754 betrof dat J.A. de Lauwere, in 1755 J.J. van Willigen, in 1756 A.J. van der Geest, in 1757 J.F. van Willigen en M.E. van Willigen - Van den Broeck en in 1758 J.P. van Speyart van Woerden en H.Th. van Speyart - Van Houml;vel.
In een aantal jaren werd er ook een blijspel opgevoerd, aansluitend aan het treurspel.

Tom Gribnau heeft deze brochures gefotografeerd.
Deze foto's staan hier als pdf: kleur (624 Mb) en grijstinten (268 Mb).
Het convoluut bevindt zich nu in het BHIC.

Overzicht met de titels van de opvoeringen. Tussen [...] het paginanummer in het pdf- bestand.

1754 [1] - Aloysius, victor mundi, carnis et daemonis
1755 [5] - Lucia, virgo et martyr
1756 [9] - Barbara, virgo et martyr a proprio parente trucidata
1757 [11] - Sapor monitus, das ist der Hochmuth Sapors gedampset
1758 [13] - Mauritius, Orientis imperator
1759 [17] - Darius Codomanus, Persarum rex
1760 [21] - Emmanuel Sosa cum Eleonora conjuge et filiis Vincentio et Bertrando
1761 [27] - Bertulfus und Ansberta. Ein wahres Muster der ehelichen Liebe
1762 [31] - Zayre und Orosman
1763 [35] - Iphigenia
1764 [39] - Banise
1765 [44] - Triumphirendes Christenthum in dem Blut-zeygen Polyeuctes
1766 [48] - Die gekrönte Unschuld in der heiligen Genoveva
1767 [52] - Esther
1768 [56] - Maximian
1769 [60] - Catharina
1770 [64] - Eustachius
1771 [68] - Sennacherib
1772 [72] - Lysimachus
1773 [76] - Cyrus
1774 [94] - Joseph

1777 [81] - Titus. Liefde en Lust van 't menschelyk Gesclagt
1782 [86] - Merope
1785 [90] - Kodrus

vrijdag 20 september 2019

Aflaten bij wijding Sint-Luciakerk (9 oktober 1735)

Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.

De jaarbrief van 1735 meldt:

Op de tweede zondag van oktober is de nieuwe kerk heel plechtig door de zeer aanzienlijke en eerbiedwaardige bisschop van Amyzon, wijbisschop van Luik, tevens kanunnik van de kathedrale kerk, gezegend en ingewijd. Drie dagen is hij gebleven en hij heeft vele duizenden in het geloof gevormd.

De jaarbrief van 1736 meldt:

In het jaar 1735 heeft het hele gebouw dat voor deze gemeenschap ruim en fraai genoeg is, al zo’n graad van voltooiing bereikt dat het op de tweede zondag van oktober van hetzelfde jaar door de zeer aanzienlijke Johannes Baptista Gillis, bisschop van Amyzon, wijbisschop van Luik, plechtig gewijd is ter ere van vrouwe Lucia, maagd en martelares.

Gillis heeft zelf bovenstaand attest getekend.
(Leuven, KADOC, ANSI, Jezuïeten Ravenstein, inv.nr. 5474).

Deze oorkonde is grotendeels een voorgedrukt formulier. Op opengelaten ruimtes zijn met pen de datum, de plaats, de kerk, de heiligen en verdere informatie geschreven. Wat met pen geschreven is, staat hieronder cursief.

Latijnse tekst:

Joannes Baptista Gillis Dei et Apostolicae Sedis gratia Episcopus Amyzonensis, Celsissimi Georgii Ludovici, eadem gratia Episcopi ac Principis Leodiensis, Bullonii Ducis, Marchionis Franchimontensis Comitis Lossensis, Hornensis, etcetera in Pontificalibus Vicarius Generalis, Insignis Ecclesiae Collegiatae Sancti Martini Decanus, Perillustris Ecclesiae Cathedralis Leodiensis Canonicus etcetera.

Omnibus has litteras inspecturis: Salutem in Domino. Notum facimus, Nos anno Domini millesimo septingentesimo trigesimo quinto mensis Octobris die Nona benedixisse Ecclesiam Ravensteniensem in honorem Sanctae Luciae Virginis et Martyris et Altare majus ejusdem Ecclesiae in honorem Nativitatis Beatissimae Mariae Virginis et Sanctae Luciae Virginis et Martyris, in quo Reliquias Sanctorum Martirum Pacifici et Victoris inclusimus et singulis utriusque sexus Christi fidelibus hodie unum annum et in die anniversario consecrationis hujusmodi praefatam Ecclesiam et Altare visitantibus quadraginta dies de vera Indulgentia, in forma Ecclesiae consueta concessimus et per praesentes concedimus, dictumque anniversarium dedicationis diem in Dominicam ante Nativitatem Beatae Mariae ex causis animum nostrum moventibus statuimus. In quorum fidem has manu nostra subscriptas Sigilloque nostro munitas dedimus Ravenstenii anno mense ac die supra tactis.

J.B. Gillis Epis Amyzon

De Mandato Illustrissimi ac Reverendissimi Domini mei praefati. J.B. De Larue secret

[zegel]

Nederlandse vertaling:

Jean-Baptist Gillis, bij de genade van God en van de Pauselijke Stoel bisschop van Amyzon, algemeen plaatsvervanger met betrekking tot bisschoppelijke zaken van zijne Hoogheid Georges Louis (bij dezelfde genade prins-bisschop van Luik, hertog van Bouillon, markgraaf van Franchimont, graaf van Loon en Horn etcetera), deken van de bijzondere kapittelkerk van de heilige Martinus, kanunnik van de beroemde kathedraal van Luik etcetera.

Voor iedereen die deze oorkonde zal bekijken: een groet in de Heer.
    Wij kondigen af dat wij op 9 oktober in het jaar des Heren 1735 de kerk van Ravenstein ter ere van de heilige Lucia, maagd en martelares, en het hoofdaltaar van deze kerk ter ere van de geboorte van de heilige maagd Maria en van de heilige Lucia, maagd en martelares, ingezegend hebben. In dit hoofdaltaar hebben we relikwieën van de heilige martelaren Pacificus en Victor ingesloten.
    Aan alle afzonderlijke gelovigen in Christus van beide geslachten hebben we vandaag een echte aflaat van één jaar verleend, volgens de gewone kerkelijke procedure; aan hen die op de verjaardag van deze inzegening voornoemde kerk en altaar bezoeken, staan we middels deze oorkonde een aflaat van veertig dagen toe.
    Genoemde verjaardag van de inzegening stellen we om ons moverende redenen vast op zondag vóór Maria Geboorte.
    Als bewijs hiervan hebben we deze oorkonde eigenhandig ondertekend en van ons zegel voorzien in Ravenstein op boven vermelde dag, maand en jaar.

J.B. Gillis, bisschop van Amyzon

In opdracht van mijn voornoemde aanzienlijke en eerbiedwaardige heer, J.B. De Larue, secretaris

[zegel]

dinsdag 17 september 2019

Typering van de inhoud

De achterflap draagt de volgende tekst:

Onverschrokken zetten paters jezuïeten zich gedurende vele jaren in voor de katholieke geloofsgemeenschap in Ravenstein en omgeving. Nauwgezet dienden zij de sacramenten toe en betrokken zij de gelovigen bij de eredienst. Vol overgave banden zij duivels uit en fulmineerden zij tegen de volgelingen van Calvijn. Terdoodveroordeelden troostten zij en begeleidden zij tot op het schavot. De bekering van ‘ketters’ was voor hen een erezaak. Dat alles tot meerdere glorie van God.

Om hun doel te bereiken stimuleerden zij devoties – zoals de verering van Ignatius van Loyola, Franciscus Xaverius, Lucia, Barbara en Aloysius van Gonzaga – , bevorderden zij het lidmaatschap van de Broederschap van de Zalige Dood, en organiseerden zij triomfantelijke Sacramentsprocessies. Dankzij een lucratief loterijfonds beschikten zij vanaf 1735 over een nieuwe, barokke kerk, uniek voor Nederland. Uit hetzelfde fonds kreeg Ravenstein in 1752 een gymnasium, het Aloysianum. Ieder jaar voerden de gymnasiasten een groot toneelspel op, conform de jezuïtische traditie.

Over al deze zaken, de voor- en tegenspoed daarbij, en over nog veel meer, berichtten de paters jaarlijks naar de algemeen overste in Rome. Dit boek bevat, na een voorafgaande inleiding, de integrale vertaling van de meer dan honderd brieven die de jezuïeten uit Ravenstein verstuurd hebben, tot de opheffing van hun orde in 1773.