Twee kandelaren en reliekhouder.
Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.
Schenkingsakte van 2 kandelaren en een reliekhouder (4 december 1699).
Jaarbrief van 1699:
De uitrusting van onze kerk werd door de vrijgevigheid van enige aan God gewijde maagden verrijkt met zes zilveren kandelaars en een reliekhouder van de heilige Barbara. |
Hier staat de originele schenkingsakte van de reliekhouder (zonnetje) en twee (van de zes) kandelaren. De transcriptie en een Nederlandse hertaling staan hieronder.
Transcriptie:
Wij Andries van den Steen ende Eeverard Boes Schepenen der stadt Ravensteijn doen condt, ende tuijgen dat voor ons in eijgener persoon is gecompareert Joffrou Mectelt van Lith verclarende te geven ende te vereeren, gelijck sij uijt eene oprechte ende godtsalige libera- liteijt geeft ende vereert mits dese aen den autaer van Sinte Barbara in de parochie- kerck van Ravensteijn een silvere sonneken waer in is berustende het reliquie van Sinte Barbara mit alnoch twee silveren kandelaren getekent met den Heijlige naem Jesus, St. Barbara, St. Lucia, begerende dat de voorschreven twee kandelaren tot een eeuwige memorie op den voorschreven autaer ter eeren van St. Barbara zullen gebruijckt worden. dogh bij voorvallende hoogen festdagen sullen die vooschreven kandelare oock op den Hoogen autaer, ende op den autaer van onse Lieve Vrou tot meerder glorie, ende eere godts gestelt worden, blijvende niet de min den volkoomen eijgendom van de meer geseijde kandelaren aen den voorschreven autaer van Sinte Barbara, mit dese uijtdruckelijcke condicie, dat niemant, geen opperkerckmeester, geen pastoor, geen kerckmeester, oock niet de schutterij van St. Barbara nue, ofterden eeuwige dagen die voorschreven kandelaren, hetsij een van Beijden, ofte allen beijden te samen sal moogen vercoopen, verwisselen, ofte op eenigerleij maniere vervremden [bladwachter: ofte verandere]
ofte verandere om wat reedene, [..]vel ofte oorsack [bladwachter: boven vermelt]
als boven vermelt aen genomen, ende men Mechtildis Joanna van Lith Andries vand. steen schepen E Boes schepen
|
Hertaling:
Wij, Andries van den Steen en Everard Boes, schepenen van de stad Ravenstein, maken bekend en
verklaren dat bij ons juffrouw Mechteld van Lith in eigen persoon is verschenen. Zij heeft verklaard dat zij met dit document uit oprechte en godvrezende vrijgevigheid aan het altaar van Sint Barbara in de parochiekerk van Ravenstein een zilveren zonnetje geeft en vereert, waar het relikwie van Sint Barbara in rust, en ook nog twee zilveren kandelaars die de heilige naam van Jezus, Sint Barbara en Sint Lucia dragen. Zij wil dat deze twee kandelaars als eeuwige herinnering ter ere van Sint Barbara op het altaar gebruikt gaan worden. Bij belangrijke feestdagen mogen deze kandelaren ook op het hoogaltaar en op het altaar van Onze Lieve Vrouw geplaatst worden, tot meerder eer en glorie van God. Maar deze kandelaren blijven toch behoren bij het altaar van Sint Barbara, met de uitdrukkelijke voorwaarde dat niemand (opperkerkmeester, pastoor, kerkmeester of de schutterij van Sint Barbara) nu of in de toekomst deze kandelaren (één van beide of allebei samen) mag verkopen, ruilen of op wat voor manier ook wegnemen of aanpassen om wat voor reden, [..]vel of oorzaak dan ook. Uitgezonderd is de situatie als door een ongeluk (God verhoede het) het altaar van Sint Barbara afbrandt en als de schutterij van Sint Barbara dan niet het geld bijeen kan brengen om een nieuw altaar ter ere van Sint Barbara op te richten. Als dit het geval is, mogen mijnheer pastoor (de pastoor op dat moment), de koning, vaandrig en vier dekens-in-functie van de schutterij, in overleg en met instemming van mijnheer opperkerkmeester deze kandelaren verkopen. Het geld van de verkoop mogen ze gebruiken voor de bouw van dit altaar, en niet voor enig ander doel. Daarom wil en verzoekt de juffrouw in de eerste plaatst dat deze kandelaren, naast het andere kerkzilver, met alle mogelijke voorzichtigheid en zorgvuldigheid bewaard worden. En als deze kandelaren toch kapot gaan of als het altaar ervan beroofd wordt, dan moeten haar vrienden en ook de schutterij daar niet op te reageren of problemen van te maken; ze moeten het overlaten aan de wonderlijke leiding van God. Deze royale gift hebben de eerwaarde mijnheer pastoor, de kerkmeester en de koning, vaandrig en dekens van de schutterij in dank en met bovenvermelde voorwaarde aanvaard. Er is overeengekomen hiervan drie eensluidende afschriften op te stellen als eeuwig bewijs. Hiervan zal de juffrouw, en haar erfgenamen, er één, de parochiekerk het tweede en de schutterij het derde afschrift bewaren. De juffrouw en wij, schepenen, hebben dit afschrift van deze akte ondertekend te Ravenstein op 4 december 1699. Mechtildis Joanna van Lith Andries van den Steen, schepen E. Boes, schepen |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten