Een mooie en sfeervolle avond in de molen/bierbrouwerij in Ravenstein.
Dit blog stopt; de litterae gaan verder op www.stilus.nl/litterae.
Een mooie en sfeervolle avond in de molen/bierbrouwerij in Ravenstein.
Dit blog stopt; de litterae gaan verder op www.stilus.nl/litterae.
Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.
In de kantlijnen van het manuscript zijn in een andere/latere hand allerlei aantekeningen (marginalia) geschreven. Dit zijn is met name gegevens over de verschillende paters.
Hier staan al deze marginalia bij elkaar.
Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.
Ook het missiehuis heeft korte jaarverslagen (met veel meer gegevens over personen dan in de jaarbrieven) te boek gesteld. Deze jaaroverzichten vormen de Annales Domus Missionis Ravenstenianae (...-1865); een bestand van 537 Mb.
Pim Boer heeft een bescheiden selectie vertaald: vertaling en transcriptie.
Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.
Gymnasium Aloysianum (1753).
Jaarbrief van 1753:
Het aantal paters missionarissen is tegen het eind van het jaar vermeerderd met één docent die op 27 oktober van ditzelfde jaar het gymnasium opende, waarvoor de doorluchtige keurvorst van de Palts, onze genadige heer, de grondslag had gelegd. In een paar woorden leggen we de bijzonderheden daarover, die het verdienen vermeld te worden, uit. |
Het begin van de jaarbrief is gewijd aan het nieuwe gymnasium. En het zijn meer dan "een paar woorden" geworden.
Ook van het wel en wee op het gymnasium hebben de paters verslag gedaan. Dit is de bundel Annales Gymnasii Aloysiani (1752-1879) geworden; een bestand van 280 Mb.
Pim Boer heeft een aantal passages vertaald: vertaling en transcriptie.
Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.
Jaarbrief van 1690:
Om de devotie van de aan ons toevertrouwde kudde te bevorderen hebben wij met succes de Broederschap van de Zalige Dood in het leven geroepen en daartoe brochures in de Nederlandse taal laten vervaardigen; hoog en laag hebben zich onmiddellijk voor deze nieuwe militie opgegeven. Ze bloeit vanaf de geboorte en elke dag is er nieuwe aanwas: plattelanders uit de omliggende dorpen op wel een uur gaans komen en masse samen op de derde zondag van de maand om de middagbijeenkomst bij te wonen, waarvoor de kerk eigenlijk te klein is. Ter verfraaiing daarvan zijn er beelden van onze en van andere heiligen gekomen en andere ornamenten. |
Hier staat het betreffende boekje: Wegwijzer om zalig te sterven en eeuwig te leven.
Op de titelpagina
wordt 1687 als oprichtingsjaar genoemd.
Dit exemplaar uit de bibliotheek van Tilburg University (sign. TFK-A 21 696) is door Tom Gribnau
gefotografeerd.
Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.
Devotie tot den H. Aloysius Gonzaga van de Societeyt Jesu (1740).
Jaarbrief van 1741:
Het volgende verdient speciale vermelding met betrekking tot de devotie tot Aloysius [...]: ze is
optimaal bevorderd door een in de Nederlandse taal uitgegeven boekje waarin één van de
missionarissen alles heeft samengevat. [...] In elk geval hoorde men uit de mond van zieken die we bijstonden, bij hun eerste contact met een missionaris: “Pater! De heilige Aloysius zal me helpen!” |
Jaarbrief van 1772:
[...] de heilige Aloysius. Om diens verering sterk bij andere mensen te stimuleren, heeft hij extra werk verricht door openbare vermaningen en de uitgave van een boekje. |
Hier staat het betreffende boekje: Aloysius Van Willigen, Devotie tot den H. Aloysius Gonzaga van de Societeyt
Jesu, Ravenstein 1740.
Op de laatste pagina wordt de auteur genoemd: A. V. W. Soc. Jesu.
Bij de vertaling van de jaarbrieven zijn er interessante zaken op ons pad gekomen, die geen plaats in het boek gekregen hebben. Daar zijn verschillende redenen voor geweest: te omvangrijk of buiten het bestek van het boek vallend.
Schenkingsakte van 2 kandelaren en een reliekhouder (4 december 1699).
Jaarbrief van 1699:
De uitrusting van onze kerk werd door de vrijgevigheid van enige aan God gewijde maagden verrijkt met zes zilveren kandelaars en een reliekhouder van de heilige Barbara. |
Hier staat de originele schenkingsakte van de reliekhouder (zonnetje) en twee (van de zes) kandelaren. De transcriptie en een Nederlandse hertaling staan hieronder.
Transcriptie:
Wij Andries van den Steen ende Eeverard Boes Schepenen der stadt Ravensteijn doen condt, ende tuijgen dat voor ons in eijgener persoon is gecompareert Joffrou Mectelt van Lith verclarende te geven ende te vereeren, gelijck sij uijt eene oprechte ende godtsalige libera- liteijt geeft ende vereert mits dese aen den autaer van Sinte Barbara in de parochie- kerck van Ravensteijn een silvere sonneken waer in is berustende het reliquie van Sinte Barbara mit alnoch twee silveren kandelaren getekent met den Heijlige naem Jesus, St. Barbara, St. Lucia, begerende dat de voorschreven twee kandelaren tot een eeuwige memorie op den voorschreven autaer ter eeren van St. Barbara zullen gebruijckt worden. dogh bij voorvallende hoogen festdagen sullen die vooschreven kandelare oock op den Hoogen autaer, ende op den autaer van onse Lieve Vrou tot meerder glorie, ende eere godts gestelt worden, blijvende niet de min den volkoomen eijgendom van de meer geseijde kandelaren aen den voorschreven autaer van Sinte Barbara, mit dese uijtdruckelijcke condicie, dat niemant, geen opperkerckmeester, geen pastoor, geen kerckmeester, oock niet de schutterij van St. Barbara nue, ofterden eeuwige dagen die voorschreven kandelaren, hetsij een van Beijden, ofte allen beijden te samen sal moogen vercoopen, verwisselen, ofte op eenigerleij maniere vervremden [bladwachter: ofte verandere]
ofte verandere om wat reedene, [..]vel ofte oorsack [bladwachter: boven vermelt]
als boven vermelt aen genomen, ende men Mechtildis Joanna van Lith Andries vand. steen schepen E Boes schepen
|
Hertaling:
Wij, Andries van den Steen en Everard Boes, schepenen van de stad Ravenstein, maken bekend en
verklaren dat bij ons juffrouw Mechteld van Lith in eigen persoon is verschenen. Zij heeft verklaard dat zij met dit document uit oprechte en godvrezende vrijgevigheid aan het altaar van Sint Barbara in de parochiekerk van Ravenstein een zilveren zonnetje geeft en vereert, waar het relikwie van Sint Barbara in rust, en ook nog twee zilveren kandelaars die de heilige naam van Jezus, Sint Barbara en Sint Lucia dragen. Zij wil dat deze twee kandelaars als eeuwige herinnering ter ere van Sint Barbara op het altaar gebruikt gaan worden. Bij belangrijke feestdagen mogen deze kandelaren ook op het hoogaltaar en op het altaar van Onze Lieve Vrouw geplaatst worden, tot meerder eer en glorie van God. Maar deze kandelaren blijven toch behoren bij het altaar van Sint Barbara, met de uitdrukkelijke voorwaarde dat niemand (opperkerkmeester, pastoor, kerkmeester of de schutterij van Sint Barbara) nu of in de toekomst deze kandelaren (één van beide of allebei samen) mag verkopen, ruilen of op wat voor manier ook wegnemen of aanpassen om wat voor reden, [..]vel of oorzaak dan ook. Uitgezonderd is de situatie als door een ongeluk (God verhoede het) het altaar van Sint Barbara afbrandt en als de schutterij van Sint Barbara dan niet het geld bijeen kan brengen om een nieuw altaar ter ere van Sint Barbara op te richten. Als dit het geval is, mogen mijnheer pastoor (de pastoor op dat moment), de koning, vaandrig en vier dekens-in-functie van de schutterij, in overleg en met instemming van mijnheer opperkerkmeester deze kandelaren verkopen. Het geld van de verkoop mogen ze gebruiken voor de bouw van dit altaar, en niet voor enig ander doel. Daarom wil en verzoekt de juffrouw in de eerste plaatst dat deze kandelaren, naast het andere kerkzilver, met alle mogelijke voorzichtigheid en zorgvuldigheid bewaard worden. En als deze kandelaren toch kapot gaan of als het altaar ervan beroofd wordt, dan moeten haar vrienden en ook de schutterij daar niet op te reageren of problemen van te maken; ze moeten het overlaten aan de wonderlijke leiding van God. Deze royale gift hebben de eerwaarde mijnheer pastoor, de kerkmeester en de koning, vaandrig en dekens van de schutterij in dank en met bovenvermelde voorwaarde aanvaard. Er is overeengekomen hiervan drie eensluidende afschriften op te stellen als eeuwig bewijs. Hiervan zal de juffrouw, en haar erfgenamen, er één, de parochiekerk het tweede en de schutterij het derde afschrift bewaren. De juffrouw en wij, schepenen, hebben dit afschrift van deze akte ondertekend te Ravenstein op 4 december 1699. Mechtildis Joanna van Lith Andries van den Steen, schepen E. Boes, schepen |